maandag 4 december 2006

Ongescheiden Zien


Nu is geen moment tussen zo-even en zo-met-een, tussen gisteren en morgen. Nu is het enige moment van bestaan. Er zijn geen partjes tijd die elkaar opvolgen vanuit een gekend verleden in de richting van een ongekende toekomst.

Het is altijd Heden.

In dat Heden zien we voortdurende verandering, opbouw en afbraak, groei en vernietiging, nieuw leven en dood.

Er is geen oefening mogelijk om het Nu te zijn. Wij zijn –in essentie- het Nu. Er is geen oefening om afscheiding op te heffen. Wij hoeven alleen te zien dat het zien op zich al ongescheiden bewustzijn is. Je weet dat je bestaat. Dat hoef je jezelf of mij niet in woorden te vertellen. De enige zekerheid is dat je bestaat. Dat is een Feit.

De verwarring ontstaat om dat je je geïdentificeerd hebt met een lichaam, met voorbijkomende gedachten, met de inhoud van het geheugen.

Het identificeren met gedachten en met het lichaam en met de gebeurtenissen die in een wereld worden ervaren, maken je een gevangene van onwerkelijkheid. Je beschouwt jezelf als jouw overtuigingen, jouw pijn, jouw misverstanden, jouw kleine en grote leed, wanneer je niet deze identificatie doorziet.

Wij maken geen deel uit van dit proces. Wij ZIEN dat proces. Wij zijn het gewaar, maar wij zijn er niet in verstrikt als afgescheiden individu. Die ogenschijnlijke afscheiding wordt ook gezien. Die zijn wij niet.

Dit inzicht zal indalen door dat steeds weer te realiseren, door het steeds weer te zien en te herkennen. Niet als verstandelijke kennis maar als feit an-sich. Door het te zien is het gezien, is het ontkracht, is het ontdaan van zijn vervalsende werking.

En dankzij het Zijn kan je (je gewaarzijn van) horen, denken, voelen, lopen, liggen, plezier of pijn etc. Het bestaan, het Zijn, het Zien is voorwaarde van al het andere.

En dat Zien ben je. Bestaan. Weten van jouw Zijn.

3 opmerkingen:

  1. Hier wil ik je toch een vraag stellen over iets wat ik gisteren heb ont-dekt en wat me enigszins uit mijn lood brengt.
    Dat Zien wat we zijn is vormloos, altijd Nu. Het is Subject en iets vormloos kan geen contact maken met een vorm (object). Kennen van een object betekent niet dat dat object ook daadwerkelijk bestaat. Het is het denken dat de boosdoener is en ons voorspiegelt dat er identificatie met objecten (lichaam, voelen, de wereld..) mogelijk is.
    In feite (letterlijk!) kan ik dus zeggen dat ik niet de wereld van de vormen beleef maar van het kennen! En Zien zelf (Subject dus) kan niet gekend worden maar is het Kennen zelf!

    Als dit zo is, dan heb ik het verstaan. Niet dat ik nu sta te juichen, eerder verwarring is mijn deel!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, dat klopt.

    Wanneer wij dromen, beschouwen wij wat er dan gebeurt ook als echt. Pas wanneer wij ontwaken merken wij dat wij maar gedroomd hebben. Maar in deze waaktoestand dromen wij ook. Alle grote leraren hebben het er over. De wereld die wij zien is gemaakt van dezelfde substantie als de dromen. Een illusie. Hoe kan uit Niets (=Bewustzijn, de Bron) Iets ontstaan.... Niet dus. Alles is Bewustzijn. Maar omdat wij nooit uit Bewustzijn kunnen vallen, blijven wij alles als echt ervaren, omdat ons Ik, de Bron, het Enige Echte is.

    Je verliest misschien hiermee een illusie van Echteheid van de wereld, maar daarmee is ook tegelijkertijd Auschwitz opgelost....

    Rob

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zoals het goeie ouwe spreekwoord dus zegt: Het Universum is een immense erwtensoep waarvan wij, de personen, de ikjes, denken dat we de balletjes zijn...

    BeantwoordenVerwijderen