zaterdag 22 november 2008

Verlichting


.

Laten wij het hier nooit meer over verlichting hebben.

Wat na zelfrealisatie (en dat kan als een openbaring komen of als een geleidelijke zekerheid) overblijft is aanwezigheid (presence), ruimte (space), stilte (silence).

Het is er wanneer ik, wanneer jij er niet meer ben(t).

Geen woorden, geen gedachten (al kunnen die gewoon in stilte worden gezien), geen bereiken.

Wat zich heeft onthuld -nadat jij bent stilgevallen- is de altijd aanwezige stille ruimte, het licht waarin alles gezien wordt, de stilte waarin alles gehoord wordt, het vormloze waarin alle vormen en kleuren onderscheiden kunnen worden, het geurloze die je in staat stelt de bloemen te ruiken.

Het is niet iets wat de persoon, de zoeker heeft bereikt. Je kan het niet claimen. Jij bent er omdat Dat er is. Het is er wanneer die zoeker is weggevallen. En die valt weg wanneer alle pogingen om iets (wat dus altijd een vorm heeft) te vinden is gestrand in het besef dat het gezochte niet-iets is. Niemand weet wat het is wat gezocht werd.

Je bent het zelf, maar het is niet de persoon die wellicht nog denkt iets gevonden te hebben.

De persoon is niet meer dan een klompje gedachten en herinneringen in een eindeloze gedachtenloze oceaan.

Ja, hoe voel je je dan wanneer het er is?

Een leuke vraag……’je’ voelt niets. Het IS jou. Je BENT het.

Ruimte, aanwezigheid, de stilte tussen twee gedachten. De stilte tussen de woorden een…twee…drie.

En die stilte is niet iets dat waarneembaar is. Je hoort geruis, je hoort een brommer rijden, een kind huilt in de verte, je hoort jouw adem. Maar elk geluid is te horen in die stilte, zoals elk object zichtbaar is in ruimte.

Zo simpel, de stille niet waarneembare geur van het niet-ervaarbare, van het niet-aanwezige, dat is wat je bent.

Niemand die het niet is (want je kan het niet hebben!!!) alleen de herrie van het leven kan het versluieren.

Dus gaat er iemand prat op zijn gerealiseerd zijn, dan is er al geen stilte meer waarneembaar.

Maar ga je iets dieper kijken bij zo iemand, is ook daar weer die eigenschaploze stilte.

Er is zelfs geen ‘je’ die kijkt…..

woensdag 19 november 2008

Suizologie: aandacht voor de aandacht (Update)

.
Ik ben de laatste tijd een beetje uitgeschreven. Er was net iets aan het opkomen, toen ik toevallig dit stukje van Jan van Delden op mijn pc tegenkwam, waar ongeveer het zelfde in beschreven stond. Hoe kan je je bewust worden van datgene wat je al die tijd al bent.

Mooier kan het niet uitgelegd worden. Maar er is een maar..... 

Eerst maar eens lezen.  Ik verwijs i.p.v. de eerst hier geplaatste (te lange) tekst maar naar de weblink van Amigo:

Het "maar..."  van mij aan het begin is uiteraard het inzicht, dat zo lang er een 'iemand' is (ook al noem je hem 'niemand') die het idee of het gevoel heeft 'er-nog-niet-te-zijn' er dus 'iets' naar dat onkenbare 'niets' gaat zoeken. Jan van Delden zegt dat in feite ook steeds. Het is eigenlijk bespottelijk om te oefenen om te 'zijn' terwijl je al bent..... Je loopt dus louter achter een idee aan.Wanneer die beweging van imaginaire ontevredenheid bestaat, blijft er een zinloze beweging naar ....wat? Die wonderen die je door anderen beloofd worden? Is dat wat je bent nu niet één en vooral exact wat nu is zoals het is? Bestaan zoals het is?

Waarom een methode tussen jou en jou zetten om jou te bereiken?

Waarom afstand en tijd scheppen tussen jou en jou(w)-zelf, wanneer het toch duidelijk is dat je al bestaat. Nu op dit moment. 

Besef dat zonder dit bestaan er niets was om te weten of te vragen. 

Je bent al lang daar waar je wenst te wezen. 

En dan toch is er die illusie van tijd nodig (desnoods tientallen jaren) voor het kwartje valt.


zaterdag 1 november 2008

Het is altijd vandaag


Merkwaardig dat daar altijd overheen gekeken wordt. Het is altijd vandaag. Eén minuut voor twaalf 's nachts is het vandaag, wanneer de piepjes van 12 uur gaan is het vandaag, en wanneer de nieuwslezer het laatste nieuws in de ether gooit is het nog steeds vandaag. Alleen de kalender wil ons anders laten geloven. Maar een kalender komt voort uit een afspraak over hoe wij de duur van ons leven indelen.

In alle tijdzones is er dan ook een andere tijd. Zelfs de jaartelling verschilt vaak. en hoe kan het ook? Er is geen vast begin van de tijd te ontdekken. Er zijn dowmweg verschillende afspraken gemaakt.

Maar wat is tijd dan?

Wij kunnen nooit nu gisteren levend aanwezig zijn, wij kunnen ook nooit nu morgen levend aanwezig zijn. Gisteren en morgen zijn louter denkbeelden over wat was en straks -wellicht- zal zijn. Herinnering en verwachting. Allemaal denken, want ons lichaam, de wereld en ons bewustzijn zijn alleen Nu aanwezig. Dit moment. En wat is dit moment? Kunnen wij dat lokaliseren, meten en vastpakken?

Nee, want zodra wij met dit moment iets willen doen, er naar willen kijken, is het moment al weer gepasseerd, althans...de inhoud van het moment wat wij zien en wilden meten is al weer anders dan daar-straks.

Er vielen inmiddels al weer blaadjes van de bomen, een auto remde, een hond blaft, de telefoon ging en de maag ging knorren.

Wij stuiten -wanneer wij dit moment willen lokaliseren- op de aanwezigheid van een stromende rivier. Alleen dit moment A is echt, oh nee, dit moment B, dit moment C. Ik kijk naar een prachtige vaas. Ik kijk naar de hond die komt binnenstormen. Maar nu is de vaas gevallen. Er is geen vaas meer. Er resten slechts scherven. Lijmen helpt niet meer. De stroom is medogenloos, niet tegen te houden, onomkeerbaar. Ook jij en ik zijn op dezelfde manier onomkeerbaar. Maar dan heb ik het over het ik en jij, het lichaam, het denken, de emoties, die in de stroom meegaan.

Want mijn echte 'ik' is immers constant (nu) aanwezig bij welke beweging en verandering dan ook. Want ik zie dit alles, al die veranderingen. Steeds is er weer die stille aanwezigheid van alles wat er in mijn leven gebeurt.

Wanneer ik dit constateer beschik ik over de sleutel om achter mijn ware bestaan te komen. Om te weten wie ik werkelijk ben.

Het enige n.l. wat voortdurend aanwezig is. Het enige wat geen geen onderdeel van de stroom is, want ik ben en blijf er bij aanwezig, wat er ook stroomt en hoe het ook verandert.

Mijn voortdurende aanwezigheid laat zich niet kennen, want het is het kennen van de stroom -van de droom- zelf. Maar het zelf geen droom, maar werkelijkheid.

Al vergaat de wereld (want de wereld is onwerkelijk) ik blijf.

Alleen ik ben werkelijkheid (en onkenbaar....)