dinsdag 30 september 2008

Wie doet het?

.

Wie doet het?

Overgave is topic wat bij veel spirituele stromingen centraal staat. Men dient zich over te geven aan ‘dat-wat-is’ om zo (uiteindelijk) samen te vallen met ‘dat-wat-is’.

Maar overgave is geen methode, want wie doet het? En wie doet wat? En wat doet die wie?

In Advaita is alles Een. Er is niet iemand die wat doet. Er wordt niets gedaan door niemand.

Er is alleen waarnemen van doen.

In discussies over het wel of niet bestaan van vrije wil wordt dit laatste meestal niet gezien of erkend. Daar wordt uitgegaan dat er een zelfstandige persoon is die vrij kan kiezen over zijn of haar stappen in het leven.

Hier echter wordt dit allemaal ontkend. Er is alleen zien van een zogenaamd zelfstandige persoon in een wereld die zogenaamd beïnvloedbaar is. De één zal geloven in een vrije wil, en de ander verwerpt dit. Dat weten wij omdat wij deze discussies kunnen waarnemen. Wij nemen er kennis van.

Wat echter door en door ingezien moet worden is dat alles wat gezien wordt de wereld der vormen is. Een tijdelijke verschijning die alleen Nu zichtbaar en ervaarbaar is zoals het is. Het Nu is Nu. Verleden en toekomst zijn slechts gedachteconstructies, die wij herinneringen en verwachtingen noemen.

Ook het lezen van dit stukje achter deze pc in deze kamer door deze persoon is ‘slechts’ een beeld in Zien.

Ook de aanvaarding of verwerping van wat hier geschreven staat, kan dus allemaal worden waargenomen. Het is nooit iets wat 'jij' (als persoon) doet. Alles wordt gedaan, maar niet door jou!

De waarnemer echter kan op zijn beurt niet worden waargenomen. Nooit en te nimmer. Aan die waarnemer kunnen door zijn initiële onkenbaarheid geen eigenschappen worden toegeschreven.

Wat wij in wezen zijn (Kennen) is onkenbaar.

Wij zijn zelf het mysterie.

Dus laat je nooit verleiden om te overdenken of een ander vertellen wie of wat je bent. Dan trap je weer in de val van onderscheidingen, van dualiteit.

Je bent! Je bestaat!

Dat is on-ont-kenbaar zo, maar je kan het niet uitleggen.

Dit is het einde van de weg.


foto: http://www.puurensimpel.nl/images/vraag.jpg

maandag 22 september 2008

Radha Ma - Eind aan de 'mind' .....

.

Op de plek waar vroeger de grote wijze Sri Ramana verbleef, bij de berg Arunachala in India, verblijven een aantal oudere en jongere leraren, die in de traditie van Ramana les geven. Of gewoon 'aanwezig' zijn.

Een vriend van mij is daar een tijd geweest en meldde mij -al weer een paar jaar geleden- dat hij daar zijn guru had gevonden in de persoon van Radha Ma. Een nog jonge vrouw die hier nog nagenoeg onbekend is. Er ligt nog geen beroemd boek van haar in de winkels en ook op internet was zij nagenoeg onvindbaar.

De westerse leraar Premananda brengt binnenkort een boek in het Engels uit waar een hoofdstuk aan haar gewijd is. De tekst in het Engels zal binnenkort op het Chakraplein staan. Ook wordt gewerkt aan een Nederlandse vertaling.

Zij is ongemeen helder in haar uitspraken, die er op neer komen, dat er niets te te zeggen en niets te zoeken valt. Geen woord is nodig want het eerste woord is al weer een beperking van het onbeperkte. Premananda stelde haar veel vragen. Hier een drietal en de antwoorden van haar.

Sri Ramana kwam met de fundamentele vraag ‘Wie ben ik?’ Wie bent u?

Ja, Ramana kwam met de fundamentele vraag voor de Sadhaka’s, de spirituele aspiranten, om de mind (het verstand) te onderwerpen. Die vraag was niet voor de meesters, niet voor degene die al ontwaakt is. Het moment waarop u mij vraagt te beschrijven wie ik ben, en ik begin mijzelf te beschrijven, dan is dat helaas het moment waarop de schoonheid verdwijnt. Ik zou dan gaan begrenzen wat onbegrensd is en ik zou trachten het einde aan te geven van wat oneindig is. Kunt u zich dat voorstellen? Op het moment dat ik zou vertellen dat ik dit ben en dat, dan zou alles met elkaar in tegenspraak komen en alles zou er bekrompen uitzien. Terwijl het juist oneindig is. Ik kan vertellen dat ik Bewustzijn ben, dat ik dit ben en dat, maar ik ben niets van dit alles. Ik ben noch dit, noch dat. Ik ben wat ik ben. Het is dus meer een oefening voor spirituele aspiranten die trachten er achter te komen wie zij zijn maar niet voor degene die weet wie hij is. (beiden lachen)

Bedoelt u dat u weet wie u bent, …. wie u bent op dit moment?

Neen, ik zei, de vraag “Wie ben Ik?”kan niet begrepen worden. Het kan niet uitgelegd worden. Het is de Oneindigheid. Mensen kunnen het Oneindige niet begrijpen dus gaan we woorden gebruiken als, “ik ben Mededogen”, “ik ben Brahman ( absolute realiteit)”, “ik ben Onbegrensdheid” of “ik ben Bewustzijn”. Als we nu het woord “Bewustzijn” in het woordenboek veranderen in “stompzinnigheid”, dan ben ik ook stompzinnigheid. Het is de mind die iets tracht te grijpen wat ongrijpbaar is en daar voor gebruikt het deze woorden.

U bent dus gewoon wat u bent op dit moment? Zoals het nu is op dit ene moment?


Ja, ik ben altijd dezelfde; ik ben onveranderlijk. Als u over tijd spreekt, dan maakt het mij niet uit of u het nu over het verleden, het heden of de toekomst heeft. Het ben ik. Het is het Onveranderlijke.

Sinds enige tijd is er een serie videogesprekken met Radha Ma op internet te vinden. Dat zijn opnamen van het interview dat nu in het Engels in boekvorm is verschenen.

De onderstaande link kan je er naar toe leiden. Na elk stukje kan je rechts onder in het oranje vlak naar het volgende deel klikken.

Zie voor je zelf...


zondag 14 september 2008

Pointers van Nisargadatta

.


Pradeep Apte heeft alle belangrijke pointers uit het standaardwerk I Am van Nisargadatta op een rij gezet. Het zijn 100 pagina's in Word-formaat. De eerste 7 pointers zijn m.i. al voldoende. Wie het hele document wil ontvangen kan mij een mailtje sturen.



THE QUOTES


1

Was it not the sense of ‘I am’ that came first? Some seed consciousness must be existing even during sleep, or swoon. On waking up the experience runs: ‘I am-the body- in the world’. It may appear to arise in succession but in fact it is all simultaneous, a single idea of having a body in a world. Can there be the sense of ‘I am’ without being somebody or other?

2

Go deep into the sense of ‘I am’ and you will find. How do you find a thing you have mislaid or forgotten? You keep it in your mind until you recall it. The sense of being, of ‘I am’ is the first to emerge. Ask yourself whence it comes or just watch it quietly. When the mind stays in the ‘I am’, without moving, you enter a state, which cannot be verbalized, but which can be experienced. All you need to do is to try and try again. After all the sense of ‘I am’ is always with you, only you have attached all kinds of things to it- body, feelings, thoughts, ideas, possessions and so on. All these self-identifications are misleading, because of these you take yourself to be what you are not.

3

The ‘I am’ is a useful pointer; it shows where to seek, but not what to seek. Just have a good look at it. Once you are convinced that you cannot say truthfully about yourself anything except ‘I am’, and that nothing can be pointed at, can be your self, the need for the ‘I am’ is over- you are no longer intent on verbalizing what you are. All definitions apply to your body only and to its expressions. Once this obsession with the body goes, you will revert to your natural state. We discover the natural state by being earnest, by searching, enquiring, questioning daily and hourly, by giving one’s life to this discovery.

4

What makes the present so different? Obviously, my presence, I am real for I am always ‘now’, in the present, and what is with me now shares in my reality. The past is in memory, the future – in imagination. There is nothing in the present event itself that makes it stand out as real. A thing focused in the now is with me, for I am ever present, it is my own reality that I impart to the present event.

5

Refuse all thoughts except one: the thought ‘I am’. The mind will rebel in the beginning, but with patience and perseverance it will yield and keep quiet. Once you are quiet, things will begin to happen spontaneously and quite naturally, without any interference on your part.

6

To know the self as the only reality and all else as temporal and transient is freedom, peace and joy. It is all very simple. Instead of seeing things as imagined, learn to see them as they are. When you can see everything as it is, you will also see yourself as you are. It is like cleansing a mirror. The same mirror that shows you the world as it is will also show you your own face. The thought ‘I am’ is the polishing cloth. Use it.

7

Why not turn away from the experience to the experiencer and realize the full import of the only true statement you can make: ‘I am’. Just keep in mind the feeling ‘I am’, merge in it, till your mind and feeling become one. By repeated attempts you will stumble on the right balance of attention and affection and your mind will be firmly established in the thought-feeling ‘I am’. Whatever you think, say or do, this sense of immutable and affectionate being remains as the ever-present background of the mind.

..

maandag 8 september 2008

J. Krishnamurti

.

Op mijn Chakraplein staat al 12 jaar deze tekst. Hoe actueel! Wat een schok voor ons doeners. Hoeveel jaar heb ik niet nodig gehad en hoeveel inspanningen heb ik mij niet getroost om eindelijk te beseffen dat er geen inspanningen nodig zijn om datgene te worden wat je al bent. Een vriend van mij is onlangs overvallen door de Waarheid. Het valt hem zwaar. Als steun in de rug dit stukje over Krishnamurti. De meester die geen meester wilde zijn.

J. Krishnamurti was een strenge leraar. Hij verwierp alle poespas, die allerlei geestelijke stromingen met zich meebrachten. Alle methoden toegepast door Zen of de mantrameditaties van anderen vond hij absurd. Dat waren kinderachtige pogingen het onbekende te benaderen. Dat kon alleen maar leiden tot misleiding. Je kon het onbekende alleen naderen door kijken. Gewaarworden niet als intentie, maar als feit van het zien, zonder interpretatie, zonder de ballast van al het oude denken, van alle voorkeuren, van alle verwerpingen.

Er is dan geen aparte waarnemer van het waargenomene. Het zien, datgene wat ziet en dat wat gezien wordt is één en hetzelfde. Dat kan nooit door inspanning bereikt worden. Dat is er, wanneer je beseft dat je niet oplettend bent. Dat is alles wat je kan doen...Zijn=zien. Zodra je wat aan het zien toevoegt ben je weer met je eigen denken bezig, met oude opvattingen, met oude beelden. Je bent alweer afgescheiden. Het leven is altijd nieuw, altijd in beweging. Laat dat zijn gang gaan. Grijp niet in.

Hoewel veel mensen in de ban raakten van zijn aanwezigheid, begrepen zij niet veel van zijn uitleg. Hij heeft dan ook geen lijst van leerlingen die onder zijn leiding verlicht zijn geraakt en het stokje van hem over genomen hebben. Maar hij weigerde de rol van guru aan te nemen. Hij wordt i.h.a. niet gezien als een reus als Ramana of Nisargadatta, maar zelf sprak Nisargadatta altijd met groot respect over hem.