vrijdag 12 december 2008

De Wereld een droom?

Laatst vroeg iemand mij of wereld een droom was. Het voelde zo echt aan nadat de veel mediterende vragensteller door een van achter aankomende scooter van zijn fiets was gereden. Hij kon door zijn gekneusde ribben niet eens niesen of lachen zonder hevige pijnscheuten. Dit was echt!

Ik construeerde het volgende schema voor hem:

Wij zijn dus dat witte vlak wat uiteraard in 3D gezien moet worden. De aard van dat vlak, ofwel Bewuste Ruimte is onbeschrijfelijk. Daar kan niets over gezegd worden, want dan verval je weer in menselijk termen. In woorden. En wat je zelf bent kan je (als object) niet kennen. Dus het benoemen van dat Onkenbare is al een brug te ver.

Ruimte is zonder begin of einde en zonder tijd. Waar zou het naar toe moeten gaan? Uit wat zou het moeten oprijzen? en kan ruimte verouderen? Het is als Niets, als Leegte. Maar het is ook niet niet iets. Het allemaal (dat Niets) bewustzijn. Weer een woord. Maar wij weten niet waar dat woord voor staat.

Theoretisch kan je spreken van een vormloos bewustzijn, wanneer er geen vormen zijn waar te nemen. Denk hierbij aan de droomloze slaap. En wanneer er vormen te zien zijn is er dus sprake van een 'vorm-bewustzijn.'

Door het ontstaan van de allereerste ‘ik’-gedachte bestaat er onmiddellijk afscheiding. Dualiteit. Waar een ‘ik’ is bestaat er direct een ander (of wat anders). En die ander (inclusief de hele wereld) is buiten mij…zo lijkt het althans. Het begin van het lijden, want het ‘ik’ is afgezonderd van zijn oorzaak, wat het ‘ik’ direct buiten zichzelf projecteert. Er is nu een permanent ervaren tekort.

Door het ontstaan van het idee van het afgezonderde 'ik' (een idee dus: want wàt zou buiten ruimte kunnen bestaan) is er een wereld van overdag en een wereld van dromen. Maar dat zijn werelden van geboren worden en sterven. Wat nu is verdwijnt weer. Permanent geluk is daar in onmogelijk.

De werkelijkheid leren kennen zoals die is, Een-wording, kan dus alleen gerealiseerd worden door het doorzien van de eerste scheiding: de ‘ik’ gedachte. Wanneer dat eerste ‘ik’ moment wordt doorzien als slechts een gedachte, een object in het zien, dan is er de realisatie dat jijzelf in wezen dat Zien moet zijn.

Alles, dus ALLES, wordt in Mij gezien (niet als Rob...er is slechts MIJ...IK…Het Ik van het kleine 'ik'….en dat allemaal zonder de woorden die hier noodzakelijkerwijs gebruikt worden). Er is dus niets buiten mij. Alles manifesteert zich in mij. Ik ben bewustzijn, derhalve zijn alle in mij gemanifesteerde vormen noodzakelijkerwijs niet materieel. De persoon Rob en de vragensteller zijn allemaal objecten in/van het zien. Het zijn ver-schijn-selen, en die zijn niet wat zij schijnen..... zij schijnen harde concrete objecten, maar het zijn vormen, beelden in bewustzijn.

Die eigenschap is ons altijd voorgehouden als behorend bij de wereld der dromen, maar het geldt dus ook voor de wereld die gezien wordt wanneer wij zogenaamd wakker zijn.

Dus de wereld der dromen en de wereld van vormen zullen qua substantie in niets van elkaar verschillen. Het is allemaal bewustzijn (Let wel....weten wij veel wat bewustzijn is....)

Een proefje: Doe je jouw ogen dicht en ervaar je (jouw) oneindige ruimte en doe je dan ineens de ogen open, dan is de ruimte die je a.h.w. buiten ziet diezelfde ruimte.....er is geen verschil tussen innerlijk en uiterlijk. Het Universum zit ook in jou, buiten jou, maar jij, de kijker, staat daar buiten. Maar er is geen buiten. Taal kan alles bedenken en suggereren, maar daarmee wordt het nog geen werkelijkheid.

Die vragensteller en het stellen van de vraag en het hier beantwoorden op deze Blog door een mij zijn allemaal gebeurtenissen in de Droom.

Waar is de Dromer van deze droom?

Die is er niet. Het is allemaal DROOM.

Alles is ondeelbaar wat het is.


p.s. de Link verwijst naar een soortgelijk stuk: Kennis & Zijn, Non-dualisme en (Radicaal) Constructivisme, van Chinmayo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten