woensdag 28 maart 2007

Gewoon Niets



Na bijna een maand hoesten, proesten en niesen begon het weer te kriebelen.

In die tijd heb ik nog wat zitten en liggen lezen in Nisargadatta en 'Sailor' Bob. De laatste blijft toch mijn favoriet. Door zijn directheid en zijn heldere taal, ontdaan van alle Indiase mystiek die door de uitspraken van Nisargadatta zijn heen verweven, wordt de eenvoud van het zelfonderzoek bij Sailor Bob kristal helder. Veel uitspraken van Nisargadatta waren bestemd voor traditionele Indiërs en bevatten geen pure Advaita. Dat kan voor veel verwarring zorgen. Bij Nisargadatta blijf ik nog steeds met het gevoel zitten dat wij met iets onhaalbaars bezig zijn, wanneer hij het als Jnani heeft over zijn verhouding tot het leven. Hij is er wel, maar ook niet. Zijn staat is slechts weggelegd voor een enkeling. Ik zie ook regelmatig opvattingen van leerlingen van hem, die de meest vreemde interpretaties hebben van zijn leer.

Uiteindelijk moet je op eigen benen komen te staan en niet meer afhankelijk zijn van externe uitleg en externe begrippen. 'Sailor' Bob biedt voor mij de meeste handvatten tot die vrijheid.

Bij Sailor Bob wordt het al heel snel duidelijk is dat na het doorzien van de factoren tijd, begripsvorming en het denken het ego -het ik, de persoon- al doorzien is. Het 'werk' is al gedaan. Of je nu Nisargadatta bent of de gemiddelde lezer, je kan nooit anders zijn dan Niet-Iets dat getuige is van de manifeste wereld. In die manifeste wereld ben je als bewustzijn verbonden aan een lichaam en een ogenschijnlijke persoon.

Wij hoeven de persoon of het ego (dat een niet vaststaande verzameling is van herinneringen, standpunten & overtuigingen) niet te bestrijden. Wij hoeven alleen maar te te kijken naar alle drukte die ons denken en onze emoties produceren, en daarbij te zien, dat ons werkelijke 'ik' (wat dus nooit de persoon of het denken is) datgene is wat voorwaarde is voor het verschijnen van alles wat wij als Ons Leven beschouwen.

De zin "Ik zie mijzelf" onthult al direct hoe het zit. Er is een Zien dat een persoon waar neemt. De persoon is een object van het zien, en kan derhalve nooit ons levende centrum zijn. Wanneer wij de persoon beschouwen als de ziener leggen wij ons lot in handen van een gezien object. En wie ziet dat object?

Zelfonderzoek leidt tot het vinden van allerlei nieuwe geziene objecten in de vorm van gedachten, identificaties, voelbare gebieden in het lichaam etc.. Maar steeds maar weer is er dat zien, dat de voorwaarde blijkt te zijn van het überhaupt weten dat je bestaat. Dat zien is onvindbaar, want wat zou het zien moeten zien? Het zien is de laatste & de eerste instantie. Het zien is de onkenbare ongrond van het leven, het is het ongemanifesteerde leven zelf.

En die altijd aanwezige grond is er moeiteloos bij ieder mens. Je bent al wat je zoekt. Wanneer dat door en door in je door dringt, zal er 'iets' in je loslaten. Het denken is niet het motiverend principe in jou. Er is geen 'je' meer dat het leven leeft. Je wordt geleefd.

Alles doet zichzelf en de werkelijke jij, mijn werkelijk 'ik', is het immer toekijkende ongekende...... Dat is het onkenbare tijdloze zien, het enige wat zich niet in de manifeste wereld bevindt, het enige wat die manifeste wereld kan zien en dus de enige voorwaarde voor het kennen van deze wereld.

Dat is het Niets, dat alle ietsen bevat.

Niemand heeft dat niet of staat er buiten. Niemand is dus wél of niet verlicht. Wij zijn allen dat Ene. Niemand is uniek of is verheven boven een ander.


p.s. Iemand vroeg mij laatst per email waarom ik -omdat ik het allemaal zo goed wist- nog niet verlicht was. Hiermee is deze vraag gelijk beantwoord.

zaterdag 3 maart 2007

Waar is het water?????

v

De eend staat symbool voor de zoeker. De eend zit nog tussen hemel en water, maar het visje die naar het bestaan van water vraagt kent geen verschillen. Het water is om hem heen, in hem, hij is er in geboren, hij eet er van, hij drinkt er van, hij krijgt zijn leven er van en hij sterft er in en gaat dan op in het oneindige Water.

Ook de mens is -als het visje- ongescheiden van zijn Bron. Daarom is elke zoektocht vergeefs. Hij is het Zijn en kan dus het Zijn niet vinden. Nadat alle woorden en concepten zijn opgezocht, beproefd en nutteloos gebleken, keert de rust terug. Het inzicht is er dan, dat al dat gezoek zinloos was. Het enige nut was het doorzien van de nutteloosheid van de woorden.

Je bent wat je bent. Onkenbare Aanwezigheid. Je bent het Zijn zelf. Je bent en dat is het enige wat je nog kan zijn: gewoon zijn.... En omdat het Zijn tevens jouw Oorzaak is zal alles wat je nog duidelijk moet worden, uit dat Zijn worden aangereikt, zonder dat enige inspanning van 'jou' gevraagd wordt.


Foto © Harry van der Tuin, 2007